Glasmuseum

Tassenmuseum

Tassen waren eerst een noodzakelijkheid voor mannen, lang voor dat de tas het belangrijkste onderdeel werd van een dames-garderobe. Het Tassenmuseum neemt je mee door de geschiedenis van de tas van unieke historische exemplaren tot de tijdeloze klassiekers. De collectie kent ook de iconische tas van Margeret Thatcher en de Versace-tas van Madonna.

Met als doel om niet alleen betaalbaar maar ook bruikbaar glas te maken dat ook nog eens prachtig zou zijn, nam P.M. Cochius - de directeur van de glasfabriek - vanaf 1915 diverse kunstenaars en ontwerpers in de arm - zoals de architecten H.P.Berlage en Frank Lloyd Wright - om het alledaagse glaswerk te veranderen in verbluffend mooi glaswerk, waarvan voorbeelden in het Glasmuseum te vinden zijn.

De Top 3 van Nederlandse musea bestaat uit 1. Rijksmuseum (2.500.000 bezoekers), 2. Van Gogh Museum (2.100.000 bezoekers) en 3. Anne Frank Huis (1.296.000 bezoekers) maar de musea met meer dan 100.000 bezoekers per jaar maken maar 7% uit van het totale museumaanbod in Nederland. We hebben meer dan 1150 musea waarvan 56% minder dan 10.000 bezoekers per jaar krijgen. Een aantal van deze kleine musea, die met heel veel liefde vaak door vrijwilligers worden onderhouden, krijgen hier de aandacht die ze verdienen.

Textielmuseum

Museum Elburg

Museumsmederij

Nationaal Orgelmuseum

Keramiekmuseum

Special: Koperwaren

Special 20er Jaren

Glasblazerij

Glasblazen is een techniek waardoor een bal gesmolten glas met de hulp van een blaaspijp in vorm gebracht wordt. Het is een moeilijke techniek die veel geduld en aanleg vraagt. Er zijn glasresten gevonden die dateren uit circa 3500 v.Chr. Rond het begin van onze jaartelling hadden de Syriërs de blaaspijp uitgevonden; de vloeibare massa bestaat uit zand, kalk en soda - een samenstelling die over de eeuwen heen weinig is veranderd.

Als je denkt dat alleen Delft het centrum is van aardewerk, dan moet je zeker een blik werpen op de foto's van Fries Blauw. En het Keramiekmuseum toont veel meer dan alleen maar borden, potjes en vazen. Ik heb nog nooit eerder een twee meter lange keramische inktvis gezien. Jij wel?

In het oude Agnietenconvent in Elburg is plaatsgemaakt voor een tentoonstelling over Elburg's geschiedenis: eens een bloeiende Hanzestad. Met haar ligging aan de Zuiderzee waren de visserij en handel de grootste inkomenstenbron. Eerst lag Elburg op een andere plek. De toenmalige Hertog van Gelre gaf in 1392 (om politieke redenen) opdracht de stad te verplaatsen. Deze hernieuwde opbouw is in vier jaar afgerond (1392-1396) en verklaart het vrijwel rechthoekige plattegrond.

De smeedkunst bestaat al sinds de oudheid en was hoog ontwikkeld.  Vooral de Kelten en de Germanen wisten prachtige gesmede wapens en kunstvoorwerpen te maken. Zowel de Grieken als de Romeinen kenden een god van de smeedkunst, respectievelijk Hephaistos en Vulcanus. De Museumsmederij in Elburg laat ons kennismaken met dit oude ambacht.

Johannes Calvijn (1509-1564), een van de voormannen van de Reformatie, noemde ooit het orgel de ‘sirene van de duivel’.  Constantijn Huygens bepleitte in zijn Gebruyck of Ongebruyck van ’t Orgel in de Kerken der Vereenighde Nederlanden (1641) dat het orgel als instrument verstandig gebruikt moest worden. Gelukkig hebben de kerkorgels deze verschillende inzichten evenals de tand des tijds goed doorstaan. In zowel de Walburgiskerk in Zutphen en de Sint Bavo in Haarlem heb ik genoten van de prachtige pijporgels. Het Nationaal Orgel Museum vertelt de historie van het orgel met wat kleinere exemplaren.

Koper werd al rond 8700 v.Chr. gebruikt zoals is aangetoond uit opgravingen in het Midden-Oosten in het noorden van het huidige Irak. Van de Egyptenaren is bekend dat zij rond 3000 v.Chr. koper smolten en gebruikten om brons te maken. Ook in China was het gebruik van koper bekend. Koper is buigzaam, eenvoudig te vervormen en heeft een prachtige glans. Die eigenschappen komen prachtig tot hun recht in de door Karin Marseille met koperdraad en verenstaal gemaakte 'Koperwaren', die op hun beurt zijn vastgelegd door Sigel Eschkol.

Of het nu katoen, linnen of wol was, Nederland heeft een lange historie van het maken van textiel. Het Textielmuseum in Tilburg toont hoe in het begin van de 20e eeuw het produceren van wollen dekens schering en inslag was in deze noordbabantse stad.

De 20er jaren van de vorige eeuw worden niet voor niets de 'roaring twenties' genoemd. In die jaren  kwamen de vrouwen achter het aanrecht vandaan, de kuise kleding behoorde tot het verleden en de Jazz muziek deed zijn intreden. Het decennium was één aaneenschakeling van feesten. Deze  Special over de 20er Jaren toont de kledingstijl van die tijd.

Nederlandse Musea