Textielmuseum

Tilburg - Noord-Brabant

Het produceren van geweven stoffen is een eeuwenoude activiteit. Het oudst bekende textiel dateert uit ca. 5000 v. Chr.

Om textiel te maken zijn grondstoffen nodig. Dit kunnen plantaardige vezels zijn (bijvoorbeeld van de vlasplant of van de zaden van de katoenplant) of van dierlijk oorsprong (zoals de vacht van schapen, lama's en de cocon van de zijderups).

 

1.

De (schapen)wol komt in samengeperste balen van diverse kwaliteit. Om een constante kwaliteit te krijgen worden diverse balen met elkaar gemengd met behulp van een duvelmachine.

Wollendekenfabriek

                                    1900 - 1940

2.

Na het duvelen liggen de wolvezels nog kris-kras door elkaar. Om wol tot een draad te kunnen spinnen moeten de wolvezels in dezelfde richting liggen wat wordt bereikt door de wol te kaarden. Met pinnen trekt de schrobbelmolen de vezels steeds verder uit elkaar waardoor een vlies ontstaat van wolvezels die in dezelfde richting liggen (a). Het dunne vlies (b)wordt aan het einde van de machine (b) in reepjes verdeeld en om spoelen gewonden (c). Dit heet het 'voorgaren'. Nu is de wol klaar om gesponnen te worden.

Alle machines benodigd voor het vervaardigen van wollen dekens in deze Tilburgse wollendekenfabriek werden door stoom aangedreven en worden dat nog steeds in het museum dat nu gevestigd is in de gebouwen van de dekenfabriek van weleer.

Ook breiwerken kunnen machinaal vervaardigd worden - als kleed of lap, of in het klein of groot met een rondbreimachine.

Onderstaand uitingen van kunstenaars die natuurlijke vezels hebben gebruikt voor hun werk. Of die allemaal even behaaglijk aanvoelen als een deken van natuurlijke wol valt te betwijfelen.

5.

Na het weven is het doek nog geen zachte warme deken; het weefsel is nog erg open en de ketting- en inslagdraden zijn nog duidelijk te zien. Om het doek dichter (en dus warmer) te maken wordt het bewerkt met warm water, soda en ammoniak. Door het vocht, de warmte en wrijving grijpen geopende wolschubben in elkaar waardoor het doek krimpt. Dit proces heet 'vollen' en wordt gedaan door een machine met de naam 'volkom'.

Thuis werd en wordt de een speciale kam gebruikt voor het kaarden. Dit voorbeeld is te vinden in Museum Elburg.

De prikklok voor het personeel van de oude fabriek.

Twee oude weeg-schalen.

4.

Bij het maken (scheren) van een kettingboom komt veel rekenwerk kijken. Voor het weven van een deken is een ketting van 198 cm breedte nodig. Voor deze breedte moeten in totaal 1980 draden naast elkaar op een trommel worden gerold.

Met een jacquardweefgetouw is het mogelijk ingewikkelde patronen te weven. Op de weefmachine wordt een jacquardkop  geplaatst die is voorzien van kartonnen kaarten met gaatjes. De jacquardkop en de gaatjes bepalen samen welke kettingdraden omhoog of omlaag getrokken worden Tijdens het weven wisselen de kaarten waardoor het patroon ontstaat.

De groene variatie van de hier geweven rode theedoek.

 a.

 b.

 c.

3.

Het spinnen van de wol gebeurt op de Selfactor-machine in drie stappen: 1. voorgaren wordt van de rol getrokken doordat de wagen achteruit rolt; 2. toevoer van het voorgaren stopt maar de wagen rijdt verder achteruit,  rekt de vezels op en draait ze tegelijkertijd heel snel in elkaar: het eigenlijke spinnen; 3. de wagen rijdt terug naar de beginpositie en wikkelt het gesponnen garen op kartonnen pijpjes. De machine is volautomatisch, wat zijn (engelse) naam verklaart.

Dipsacus fullonum

Of er nu met de hand of machinaal geweven wordt, één ding blijft gelijk: de scheerdraden moeten onder spanning staan. En soms wordt dat bereikt met gewichten.

Overeenkomst tussen weefgetouw en draaiorgel

Versierselen Koninklijke onderscheidingen

Tuften

Met behulp van een tuftapparaat worden plukjes garen naast elkaar in het stramien geplaatst. De naald wordt op het stramien gezet en met luchtdruk wordt het bosje garen er doorheen geschoten. Een roterend mesje snijdt het garen op de juiste lengte af. Het bundeltje garen zit nu als een u-vormpje door het stramien.

 

'Earth Matters'

Houtvezels

Metaal

Dennennaalden

In zowel het Nederlands als het Engels is, voor iets dat zich herhaalt, eenzelfde uitdrukking ontstaan: "Het feesten is schering en inslag bij de studenten".

Half of volledig geautomiseerd weven

De Mullekom (links) is een trap-(fiets)-weefmachine.

 

Volledig geautomatiseerde weefmachine.

 

Smyrna-knoop

Veel siergarens worden niet gesponnen maar ontstaan door een kern te omwikkelen met dunner draad. Dit gebeurt tegenwoordig ook machinaal zoals hier te zien is.

Breimachines

In het wilde weg

De vezels worden eerst gereinigd, ontward en samengevoegd door het met een speciale kam te kaarden waarna door te draaien een garen wordt gesponnen. Het garen wordt gebleekt of gekleurd en verder verwerkt door te breien of te weven.

Het maken van geweven stoffen was voornamelijk een huisnijverheid tot de automatisering in de tweede helft van de 19e eeuw ten tijde van de Industriële Revolutie.

De textielindustrie heeft in Nederland een belangrijke rol gespeeld. In de 15e eeuw was Leiden het centrum van de lakenindustrie. De katoen- en linnenindustrie in Twente nam een grote vlucht nadat in 1830 België werd afgescheiden van Nederland. Tilburg is van een paar herdgangen (buurtschappen in Midden- en Oost-Brabant) tot stad gegroeid dankzij de aanwezige wollenstoffenindustrie.

 

Vervolgens zorgt de ruwmolen ervoor dat het doek een zacht en 'wollig' oppervlak krijgt. Hiervoor is de trommel - de 'tamboer' - bekleed met natuurdistels met kleine weerhaakjes waar het doek aan beide kanten  een aantal malen overheen getrokken wordt waardoor de samengeklitte schubben weer loslaten.

De jacquardkop is vernoemd naar de Franse uitvinder Joseph M. Jacquard (1725 - 1834) en heeft ongetwijfeld de Parijse firma Gavioli geïnspireerd bij het als eerste toepassen van een boeksysteem bij draaiorgels.

Het Textielmuseum in Tilburg maakt de linten die onderdeel uitmaken van de versierselen horend bij de Nederlandse Koninklijke Onderscheidingen, zoals o.a. de Ridder van Oranje Nassau (hiernaast getoond).

Tuften is een machinale techniek om (wand)tapijten te maken, terwijl bij de handmatige variant 'smyrna' de draden worden geknoopt (zie afbeelding).

De ontwerpen voor zowel het weven als breien worden  tegenwoordig (uiteraard) op de computer gemaakt

Het oprollen van 1980 draden lukt niet in één keer. Op het scheerraam worden 198 pijpjes garen geplaatst. Het garen wordt stuk voor stuk door het v-vormige riet geregen (zodat het niet in de war komt) en vervolgens aan de trommel bevestigd. Er wordt 400 m garen gewikkeld. Daarna herhaalt zich het proces waarbij de draden steeds iets verder op de trommel bevestigd worden. Na 10 herhalingen zijn de benodigde 1980 draden naast elkaar opgerold en worden ze in één keer overgezet op de kettingboom. Het weven kan beginnen.